Vertaal
Vertalingen geld besparen NL>DE
geld besparen (ww.) die Ausgaben einschränken (ww.) ; einschränken (ww.) ; ersparen (ww.) ; kürzertreten (ww.) ; sicheinschränken (ww.) ; sparsamerleben (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `geld besparen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: besparen
NL: matigen
NL: minder gebruiken